In den Beginne
Het begon allemaal met een Biturbo. Toen ik een jaar of 14 was. Ik zag zo'n ding nieuw in Zwitserland rijden en vond het een geweldige auto. Geluid helemaal oké en looks die ingetogen waren. Mijn vriendjes vonden Ferrari's en Camaro's en Corvette's geweldig, maar ik viel als een blok voor de Maser. Later heb ik bijgeleerd met betrekking tot het merk uit Maranello en stiekum mag je me wakker maken voor een ritje in een originele Camaro Z28, maar Maserati veroverde toen een plaatsje in mijn hart. In 1990 testte Ton Roks een 222SE in Autovisie en dat verhaal heb ik nog steeds. Ik vond die auto fantastisch en nam me voor om ooit zo'n auto te kopen als ik er de centen voor zou hebben. In 1990 kostte een 222SE echter net zoveel als het hele flatblok in Rotterdam-west waar ik in woonde dus vroeg ik me wel af of het ooit zou lukken.

Toen ik eenmaal een beetje gesetteld was in de uitgeverij en een redelijk normaal inkomen had begon het weer te kriebelen. We (mijn vrouw Ella en ik) reden in een VW Polo Diesel (trouwens een hele fijne auto) als daily driver en daar wilde ik best een speelauto bij. Een Ferrari was out of the question, want we wilden onze trouwerij in Italië graag betalen van onze spaarcenten en een F-je zou wel leuk zijn als trouwauto, maar dan konden we onze gasten niet meer invliegen en onderbrengen, laat staan de villa voor het feest en het restaurant voor het bruiloftsmaal betalen. Kortom: ik was gebonden aan een budget.
Goede raadgevingen zijn het halve werk
En laat binnen dat budget nou een Maserati mogelijk zijn, zo ontdekte ik na wat weken surfen over marktplaats. Vervolgens het forum van de Maserati Club Holland geraadpleegd, destijds de enige NL bron van goede informatie, en alle valkuilen in mij opgenomen. Met die kennis gewapend een afspraak gemaakt om een witte import-222 te gaan bekijken (de oer-222) en vervolgens alle goede raadgevingen overboord gemikt en de auto dezelfde avond gekocht. De verkoper was duidelijk: er mankeren wat kleine dingetjes aan maar de auto wordt volledig geserviced en op kenteken afgeleverd, hetgeen keurig geschiedde. Zo kon ik mij enkele maanden voor mijn 32e verjaardag eindelijk Maserati-eigenaar noemen. Met 70.000 kilometer op de teller, een hoop RDW onzin op het keuringsrapport ("Rijden is alleen toegestaan met de voor dit voertuig geldende kentekenplaten", tja...) en een gereviseerd blok volgens de papieren had ik een redelijk nette 222 te pakken.
Viva Italia
Met de Maser zijn we in oktober dat jaar vervolgens linea recta naar Toscane gereden om onze trouwerij voor te bereiden, die in april 2004 later zou plaatsvinden. Idee hierachter: als de Maser het nu redt, redt ie het volgend jaar waarschijnlijk ook. Ook gingen we naar Mugello met de MCH om de finaleraces van de Ferrari-Maserati Historic Challenge bij te wonen. We reden zonder moeite heen en terug naar Italië; 3500 kilometer op de klok erbij zonder noemenswaardige problemen.

Eind maart 2004 kreeg ik voor het eerst te maken met het 'fenomeen' Maserati . Ik had een afspraak bij (destijds) Roy Karsten (tegenwoordig garage Forza) voor een grote beurt, zodat de auto in topconditie zou zijn voor het grote gebeuren. Thuis bleek echter dat de synthetische olie die er op mijn verzoek in was gestopt via de krukaskering net zo hard weer naar buiten liep. Ik heb niets tegen oliespatten in de garage, maar dit was wat al te gortig. Terug naar Noordwijk: "Stop jullie eigen olie er maar weer in". Jammer van die 100 euro racesmeermiddel. Vier dagen voor vertrek reed ik met nieuwe olie weg bij de garage en kwam bij Wassenaar in de spits terecht. Op dat moment besloot de controle-unit van de airco dat ie het wel best vond, en van het ene op het andere moment had ik geen airco meer, geen fan, geen verwarming, niets. Dood als een pier. Olie lekken deed de auto echter niet meer...

Goede raad was duur, want vier dagen later moest de auto de Alpen over, waar het op dat moment nog vroor. We wilden in een stijlvolle Italiaan naar onze bruiloft in Italië, en niet in onze Polo diesel... Opnieuw gebeld met Noordwijk: "Hebben jullie momenteel zo'n unit beschikbaar?". Waarschijnlijk lukte het wel om nog een originele gereviseerde unit te pakken te krijgen, maar ondertussen had ik ook met Hessing gebeld, en daar bleek nog een wat nieuwere versie op de plank te liggen. Weliswaar met druk- in plaats van tiptoetsen, maar dat mocht de pret niet drukken. In een perfect afgestemde actie ging de unit van Hessing naar Noordwijk en van Noordwijk in mijn witte, geldverslindende Monster. De zaterdag van vertrek stond de auto klaar. Hoera!

Vlot naar het zuiden
De 222 gedroeg zich op weg naar het zuiden perfect en voelde solide aan. In Frankrijk merkten we na een tolpoortje dat de ruiten niet meer omhoog gaan als je harder dan 120 rijdt (teveel druk van de rijwind), en bij een tankstop ontdekten we dat de auto niet van de handrem wou toen we wegreden. Vanaf dat moment gebruikten we een baksteen onder een wiel en trokken de handrem minder hard aan.
Bij het aanbreken van de grote dag was het droog. De kapper arriveerde, de fotograaf volgde iets later. Fotoshoot in de tuin van onze logeervilla boven Florence en dan starten en weg: op naar Siena! De auto startte echter niet helemaal lekker, de motor had er duidelijk nog geen zin in. Eenmaal onderweg klonk gelukkig alles zoals het hoorde. In Siena reden we langzaam in zijn 1 door de middeleeuwse straten de Campo op. Normaal kan dit alleen als deelnemer aan de Mille Miglia! Na de trouw nog een shoot in het stadhuis voor wat foto’s terwijl de 222 omgebouwd werd tot kofferbakbar om de prosecco te kunnen serveren. Hoe multifunctioneel kan je auto zijn?! Na de bubbels verlieten we Siena en reden terug naar Florence via de Strada Provinciale 222. Uitgezocht omdat deze weg niet alleen prachtig door de Chianti-streek slingert, maar ook omdat het nummer leuk klopt bij het type van de auto. Een heerlijke dag en een heerlijke auto!
Een half jaar later was de 222 overleden, maar daar verhaal ik in het tweede deel over.