Ik ben een leek op klimatologisch gebied, maar heb wel een goede dozis gezond verstand. Al lange tijd ging ik er vanuit dat de lobby (welke kant op ook) sterk overtrokken is. Global Warming (broeikaseffect) is al een hot item sinds ik op school kon lezen. Ik vreesde het ergste. Nu 20 jaar later is er nog geen fuck aan de hand.
Er hoeft maar 1 flinke vulkaan te eruperen (?) en de CO2 uitstoot bereikt waardes die de mens in 25 jaar niet kan veroorzaken. Wolken hebben ook een grote invloed hierop. Daar wordt niet veel studie naar gedaan, maar de mens kan veel minder veroorzaken dan nu wordt voorgedaan.
Bovendien, die 5 graden verhoging is een schommeling in de marge. Niet wat betreft de (desastreuse) gevolgen die dit kan hebben voor het milieu, maar bezien onze tijdsladder. De mens is zo nietig, dat de bijdrage ook gering moet zijn. Punt.
Leest u maar.
28-12-2006
--------------------------------------------------------------------------------
Ruziën over opwarming van de aarde
Het afgelopen jaar was het warmste in de Nederlandse metereologische geschiedenis.
Even opmerkelijk was de hitte van het debat over de wereldwijde klimaatverandering. Fel en soms onverkwikkelijk verliepen de discussies tussen ‘alarmisten’ (95 procent van de klimaatwetenschappers) en de kleine, maar hardnekkige kring van ‘sceptici’.
De alarmisten luiden de noodklok. De beroemdste onder hen, de vroegere Amerikaanse vice-president Al Gore, bracht de An inconvenient truth uit, waarvan de boodschap luidt: als we nu niet beginnen met maatregelen tegen de opwarming, zal deze generatie nog een drastische verandering van haar levensomstandigheden meemaken. Bangmakerij, vinden de sceptici. Gore gaat selectief met de feiten om.
Zo is er een richtingenstrijd ontstaan waarbij de stereotyperingen niet van de lucht zijn: de alarmisten dragen geitenwollen sokken en laten zich subsidiëren door politici die zich van het onderwerp hebben meester gemaakt. Sceptici zijn lakeien van de olie-industrie.
Hoogleraar Salomon Kroonenberg van de Technische Universiteit in Delft vindt zichzelf boven de partijen staan. Hij wil er als geoloog, ofwel historicus van Moeder Aarde, alleen op wijzen dat datgene waarvoor we nu bang zijn zich al vele malen heeft voorgedaan, zonder dat er een mens aan te pas kwam: toename van broeikasgassen in de atmosfeer, opwarming, afgewisseld door ijstijden.
,,We hebben het over zeer grote processen. De kans dat de mens die kan sturen is twijfelachtig, in elk geval op lange termijn. Daarom denk ik dat de maatregelen die in het verdrag van Kyoto zijn vastgelegd een onvoorspelbaar effect zullen hebben.’’
De geoloog vindt symptoombestrijding, zoals dijkverhoging in de delta’s, in dit geval beter dan genezing. De kwaal gaat het menselijk begrip immers te boven. ,,Zorg dat we goed zijn voorbereid op de klimaatverandering die onvermijdelijk komt. Daaraan kan beter geld worden besteed dan aan Kyoto.’’
Als Kroonenberg gelijk heeft, hoe komt het dan dat slechts weinigen dat inzien? Modern schuldgevoel, meent hij. De gedachte dat de mensheid het klimaat in de war heeft gebracht, appelleert daaraan. ,,Het moet altijd iemands schuld zijn en we hebben er recht op dat het weer goed komt.’’
Tot nu toe
Dat klimatologie een onzekere tak van wetenschap is, blijkt uit het aantal voorspellingen in de vorige eeuw van een klimaatramp. Vooral Amerikaanse media waarschuwden afwisselend voor een nieuwe ijstijd en een dodelijk hittetijdperk.
In 1919 meldt de New York Times dat de ontdekkingsreiziger Donald MacMillan tijdens een van zijn Zuidpoolexpedities tot de conclusie was gekomen dat we ‘aan de vooravond staan van een nieuwe ijstijd’. Tien jaar later melden de New York Times én de Los Angeles Times dat ‘de wereld, volgens veel geologen, warmer wordt en nog verder zal opwarmen’
In 1975 kondigt een groot aantal kranten en bladen een nieuwe ijstijd aan, die ‘de gehele menselijke bewoning van de aarde zal aantasten’. Vanaf eind jaren ’90 gooien de meeste wetenschappers het op een relatief snelle opwarming, te wijten aan menselijke activiteit.
Warmste jaar in Nederland sinds drie eeuwen
Met name de maanden juni, september en de herfst zorgden ervoor dat het dit jaar in Nederland warmer was dan in 300 jaar is gemeten. Wereldwijd was 2006 voor het noordelijk halfrond het op drie na warmste, en voor het zuidelijk halfrond het op zes na warmste jaar sinds 1861.
lDe afgelopen eeuw is de aarde 0,7 graden warmer geworden. Sinds 1976 is er sprake van een sterke stijging van gemiddeld 0,18 graden Celsius per decennium. Voor deze eeuw wordt een temperatuurstijging van 1,4 tot 5,8 graden Celsius verwacht. De wereldwijde ecologische, economische en sociale gevolgen van deze stijging kunnen ingrijpend zijn.
lHet verdrag van Kyoto, dat in 1997 werd opgesteld en begin 2005 officieel van kracht werd, heeft tot doel de temperatuurstijging deze eeuw tot 2 procent te beperken. Daartoe moet de uitstoot van broeikasgassen, vooral koolstofdioxide (CO2), tussen 200 en 2012 met 5 procent verminderen. De VS hebben het verdrag niet ondertekend.
Gegevens: KNMI en IPCC.
Pech voor de dinosauriër, geluk voor de mens
Plotselinge klimaatveranderingen hebben zich in de oeroude geschiedenis van de aarde vele malen voorgedaan en de gevolgen waren vaak ontstellend. Hele diersoorten, zoals de dinosauriërs, stierven uit. Andere, zoals de mens, hebben er daarentegen hun bestaan aan te danken. Ofwel: als de dinosauriërs nu nog hadden geleefd, was er voor mensen geen plaats geweest.
Volgens de gangbare theorie stierven de reuzereptielen zo’n 70 miljoen jaar geleden zeer snel uit als gevolg van plotselinge veranderingen in het klimaat, die weer waren veroorzaakt door de inslag van een reusachtige meteoriet in het Mexicaanse schiereiland Yucatan.
De verdwijning van de dinosauriërs betekende wel de opkomst van de zoogdieren, waartoe ook de mens behoort, al was die toen nog in geen velden of wegen te bekennen. Een volgende wereldwijde temperatuurstijging met onbekende oorzaak - zo’n 50 miljoen jaar geleden - zou het pad voor hem effenen. Toen stierf weliswaar een groot aantal zoogdieren uit, maar ontstonden ook nieuwe soorten, waaronder paarden en halfapen, onze verre achterneefjes.
De mens heeft dus al van twee grote klimaatveranderingen profijt gehad. Het is vanuit natuurhistorisch perspectief bekeken daarom niet onredelijk als een volgende hem fataal wordt.
‘Verband menselijke activiteit en opwarming staat vast’
Voor Rob van Dorland, klimatoloog bij het KNMI, hoeft het verband tussen de opwarming van de aarde en de menselijke uitstoot van CO2 niet te worden aangetoond. ,,Dat verband staat vrijwel vast.’’
De wetenschapper is co-auteur van het vierde, in februari te verschijnen rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), een door de Verenigde Naties opgericht forum van wetenschappers die de risico’s van klimaatverandering bestuderen.
Naar verluidt zal het komende rapport nóg sterker de nadruk leggen op het menselijke aandeel in de opwarming van de aarde. Een kleine minderheid van deskundigen meent dat het met dat aandeel wel meevalt of dat er niets aan is te doen. Enkele van hun beweringen en Van Dorlands antwoord daarop.
Tussen 1945 en 1975 steeg het CO2-aandeel ook, maar daalde de temperatuur, vanwege hoge vulkaanactiviteit. Onverwachte omstandigheden kunnen zich altijd voordoen en dus is het ondoenlijk het klimaat te voorspellen en onwenselijk daarop beleid te baseren.
,,Er zijn klimaatscenario’s voor de komende tientallen jaren die rekening houden met dempende factoren als zonne-activiteit, vulkanisme en El Niño. En die laten nog altijd temperatuurstijging zien. Menselijke CO2-uitstoot is de laatste dertig jaar dan ook verder toegenomen, en wel zeer scherp.’’
Er is ‘weinig wetenschappelijke kennis over acht van de twaalf factoren die het klimaat beïnvloeden’. Geeft het IPCC zelf toe.
,,Dat is een verwijzing naar een staafjesgrafiek die klimaatsceptici kennelijk niet kunnen of willen begrijpen. De grafiek zegt iets over de onzekerheid van de mate waarin die factoren effect hebben. Dát ze effect hebben, weten we wél. De verwachting is dat het deze eeuw 1,4 tot 5,8 graden Celsius warmer wordt. Het ‘gebrek aan wetenschappelijke kennis’, ofwel de onzekerheid, zit in het verschil tussen deze twee cijfers.’’
Rampverhalen over het klimaat komen van wetenschappers die zich laten opjutten door politici, die duidelijke uitspraken willen.
,,Als wetenschappers de hete adem van politici en media in hun nek voelen, kan dat nadelige gevolgen hebben. Toch verkies ik deze situatie boven een wetenschappelijke ivoren toren. Nooit is er zo veel helderheid geweest over wat wetenschappers doen. Het IPCC is een goed voorbeeld. Een wereldwijd podium van wetenschappers die zich bezighouden met klimaat - kan het transparanter?’’
--------------------------------------------------------------------------------
Door CARL STELLWEG (
http://www.ad.nl)