Dit verhaal is van 17 augustus, dus 2,5 dagen vóór de moord op Lisa. En die aged like milk zo lijkt 't wel...
https://archive.is/0wHYE
Wit, hoogopgeleid en slachtoffer van femicide
AuteursDanielle Pinedo vanuit Den Haag
Gepubliceerd op
17 augustus 2025
Leestijd
2 minuten
Wie aan femicide denkt, zegt Marieke Liem, hoogleraar veiligheid en Interventies aan de Universiteit Leiden, denkt al snel aan eerwraak. Vrouwen die vermoord worden door hun broer, vader, neef of echtgenoot, omdat ze hun familie te schande zouden hebben gemaakt.
Als ze mensen vertelt over de Femicide Monitor, de door haar geïnitieerde databank met informatie over de omstandigheden waaronder vrouwen door hun (ex)-partner zijn vermoord, is vaak de reactie: dat komt toch alleen in „andere culturen” voor?
Ze wist al dat dat niet klopt, vertelt Liem in haar lichte woonkamer in het Haagse Benoordenhout. Maar vier maanden na de lancering van de Monitor is ze ervan overtuigd dat het gangbare beeld van „vrouwenmoord” – een term die ze prefereert, want minder omfloerst – nodig moet worden bijgesteld.
Met een student-assistent interviewde Liem (42) familieleden van twintig vermoorde vrouwen, mensen die zich ooit bij de Federatie Nabestaanden Geweldslachtoffers hebben gemeld. Wie waren de slachtoffers? Wat voor relatie hadden ze met de dader? Hoe liep het volgens hen zo gruwelijk mis? Het duo was verrast over de grote gelijkenissen tussen de verhalen.
De vrouwen waren „hoog empathisch”, daardoor bagatelliseerden ze het gedrag van hun (ex)-partner
Bijna al deze slachtoffers waren witte, hoogopgeleide vrouwen, zegt Liem. Een onderdirecteur van een basisschool. Een ondernemer. Een psycholoog. Een restauranthouder. Een paar studenten. Ze varieerden in leeftijd, van zestien tot 55. Nabestaanden typeerden de vrouwen als „hoog empathisch”.
Mede door die kwaliteit bagatelliseerden de slachtoffers het gedrag van hun (ex)-partner, zegt Liem. „Hij heeft me wel tegen een muur geduwd en mijn keel dicht geknepen, maar hij slaat me niet in mijn gezicht.” Of: „Ik keur niet goed wat hij doet, maar door te blijven praten kan ik hem helpen.”
Nóg een overeenkomst: als kind kregen de vrouwen niet met huiselijk geweld te maken, zoals veel slachtoffers van kleur die in hun jeugd soms al in een ‘blijfhuis’ hadden gezeten, met hun moeder, zegt Liem.
Een aantal van de omgebrachte vrouwen werd volgens nabestaanden emotioneel verwaarloosd, maar ze werden niet geslagen, en hadden geen controlerende ouders. „Daardoor wisten ze niet wat huiselijk geweld is, en zagen ze zichzelf niet als slachtoffer.”
Voor hun gevoel hadden de vrouwen veel te verliezen. Zoals de onderdirecteur van de basisschool, die veel aanzien had in het dorp. Ze zat niet te wachten op een politieauto voor de deur, want stel dat dat tot geroddel zou leiden? Het schaamtegevoel was groot, vertelden veel nabestaanden.
Het zijn eerste indrukken, benadrukt Liem. Het onderzoek voor de Femicide Monitor duurt vier jaar. De anekdotische informatie die nu is verzameld, moet nog worden afgezet tegen informatie uit toekomstige gesprekken met nabestaanden van vrouwen van kleur. En dát moet weer aan CBS-data worden gekoppeld, om te beoordelen wat de rol van opleiding en inkomen is bij femicide. Liem: „Zo lang dat niet in kaart is gebracht, wil ik daar geen harde uitspraken over doen.”
Dat neemt niet weg, zegt ze, dat hoogopgeleide witte vrouwen een onderbelichte groep vormen in het femicide-discours. Wie tot die groep behoort, en dagelijks met geweld, manipulatie, controledwang of gedwongen seks te maken krijgt, moet volgens haar „op een andere manier” worden benaderd.
Wat ze vrouwen aanraadt die dit lezen, en in die situatie zitten? „Neem iemand in vertrouwen. Huiselijk geweld gedijt in de donkerte.”
Eigenlijk worden die hoogopgeleide witte vrouwen als naief afgeschilderd, althans zo lees ik 't een beetje. Maarja hoogopgeleid.. NL wordt geregeerd door de leu...ik bedoel hoogopgeleiden. Toppie hoor!