Hoewel natuurlijk elke gereden meter in een Wiesmann, elke minuut achter het stuur, bijzonder is, was ik vooral benieuwd naar de bak. Rob Wesselman, de Nederlandse importeur, had mij erop voorbereid: "Je kunt de bak niet vergelijken met een SMG bak in een relatief zware ///M BMW. Na elke wisseling van verzet moet daar al die massa weer opnieuw verder in gang gebracht worden. Daar komen de klappen en dreunen vandaan bij volgas opschakelen. In de MF3 is dat allemaal veel minder. Hij past perfect bij de auto. Zeker met het kortere diffje dat eronder zit." Dat klonk mij als muziek in de oren

Eenmaal op weg vielen mij weer dezelfde zaken op als in alle andere Wiesmannen die ik tot nu toe heb mogen besturen. De stuurinrichting kent een zeer directe overbrenging. De auto voelt zeer vierkant aan. Hij rolt nog best een beetje over zijn lengte en breedte as en is daardoor relatief makkelijk richting grensgebied te sturen. Waar in een ///M BMW het aanzuiggeluid de "Geräuschkulisse" bepaalt, is het een Wiesmann een kakofonie van geluiden: dat kenmerkende aanzuiggeluid geeft zeker ook acte de présence, maar daarnaast hoor je de motor draaien, de kleptuimelaars tuimelen, de tandwielen in de bak elkaar vast grijpen, het diff zachtjes zoemen en de uitlaten toeteren als Dizzy Gillespie in zijn hoogtij dagen. Ik ontkom niet aan cliché's: Wiesmann is auto rijden met alle zintuigen op scherp. Heerlijk!
En hoe beviel dan die bak? Het grootste nadeel dat ik tot nu toe ondervond bij flipperbakken is dat de uitdaging van het auto rijden minder wordt. Iedereen kan in een auto met een DCT / DSG / PDK instappen en soepel op- en terugschakelen: de input van de bestuurder is minimaal. Bij een SMG bak is dat niet zo. Houd je je voet stijf op 't gaspedaal bij het opschakelen, dan voel je een duidelijke onderbreking in de voorwaartse drang en knikt je passagier ongewild even met zijn hoofd. Maar los je op het juiste moment heel even het gaspedaal, dan gaat het super soepel. Bij terugschakelen is er ook werk aan de winkel. De software verzorgt dan namelijk wel een stoot tussengas, maar de hoeveelheid laat regelmatig te wensen over, dus ook hier kun je als piloot een handje, of eigenlijk gasvoetje, helpen. De laatste factor die voor uitdaging zorgt is het feit dat het systeem onderhand al bijna 10 jaar oud is en daarmee dus niet razend snel. Er zit wat tijd tussen het moment waarop je het commando geeft per pook of flipper en het moment dat de gevraagde versnelling geselecteerd wordt. Dit maakt dat je wat timing moet aanleren, om schakelcommando en gas liften of tussengas perfect te matchen. Lukt dat, dan geeft dat veel voldoening. Het grootste nadeel van een flipperbak kent de SMG dus niet: hij is niet perfect en daarmee dus juist perfect! Daarnaast zijn er ook nog een trits voordelen, waarvan de grootste is dat je je handen aan het stuur kunt houden wanneer je volle polle op een bocht af dendert en ankerend moet terugschakelen. Erg gaaf, zeker als je een aantal versnellingen terug moet, ondertussen per heel & toe de software helpt bij het tussengas (kakofonie weer in volle gang!) en je vervolgens, met je knuisten nog steeds aan het stuur, perfect op de apex sturend, weer vol richting net-iets-over-de-8000-toeren kunt joelen, op zoek naar de volgende versnelling, op zoek naar de volgende shot adrenaline... Kortom, een SMG bak past in de sensaties die horen bij echt auto rijden. Ik denk dat je het kunt vergelijken met een klok met een automatisch uurwerk (= SMG) en een digitaal uurwerk (= DCT / DSG / PDK). De digitale variant zal uiteindelijk nauwkeuriger en betrouwbaarder zijn, maar het is ook een stuk minder intrigerend.
Gelukkig hoefde ik niet alleen richting Dülmen: het gezelschap bestond uit nog 4 Wiesmänner (3x MF4 GT, 1x MF3 Compressor), twee Maserati's (1x Gran Turismo, 1x Gran Turismo S), twee Aston Martin DB9 Volantes, een Ferrari California, een 911 3,3 Turbo, een 964 3,8 (met 285 pk) en een 944 S2. De rit over de Duitse Autobahnen verliep daarmee uitermate plezierig. Hoewel we van te voren afgesproken hadden om Gum- en Canonball aspiraties achterwege te laten, was er meer dan genoeg gelegenheid om "die Gänge mal schön vollgas aus zu drehen"

Aangekomen bij de fabriek kon het grote vergapen weer beginnen. Buiten stonden al de nodige Wiesmänner te glimmen in de zon.
Binnen stonden nog meer auto's, al heeft Wiesmann een bijzonder goed "gebruikt" jaar gehad en was de showroom dus leger dan gebruikelijk.
Een aantal high lights: je kunt bij Wiesmann uit 16.000 (!) verschillende kleuren kiezen en dus is Frozen Grey van BMW ook leverbaar.
Met zijn beperkte productie aantallen (dit jaar zo rond de 250) is elke Wiesmann exclusief te noemen, maar de MF5 met V10 is helemaal bijzonder. BMW bouwt de V10 niet langer en dus kan Wiesmann ze niet langer in de MF5 GT en Roadster schroeven, waardoor het totale productie aantal onder de 100 blijft.
De fijnste auto in de showroom vond ik deze diep donkergroene, bijna zwarte MF4 Roadster. Naar mijn smaak had het een S mogen zijn met de V8 uit de M3 ipv met de V8 uit de vorige 550i, voorzien van een handbak ipv een automaat, maar daar houden we dan bij het bestellen wel rekening mee

Na wat gesnuffel op de showroom vloer mochten we de vloer op voor een rondleiding. Dat is op zich best bijzonder, want sinds de nieuwe fabriek volledig in gebruik is, is de werkvloer "verboten für Besucher" en wordt de rondleiding gegeven op de balustrade rondom de werkvloer. Soms is het dus verdraaid handig als de importeur mee is, niet in de laatste plaats vanwege zijn schier eindeloze stroom kennis, feiten en weetjes over Wiesmann

De uit één stuk aluminium gefreesde wielophanging van de MF4 en MF5 is een kunstwerkje op zich:
Elke kabelboom wordt met de hand geknoopt. En bedenk je wel: dat is niet een kabelboompje met een eenvoudig motronic. Dit is Canbus, met werkend ABS, ESP, ///M-DCT, navigatie, you name it...
Naast de mechanische know how is Wiesmann ook een specialist in "one off" interieur bouw. Er komen heel wat uurtjes handwerk met gereedschap en föhn aan te pas om de auto's hun unieke en degelijke interieur mee te kunnen geven.
Er stonden een paar fraaie auto's tussen. De donkerrode coupé is één van de laatste MF5s met V10; de bruine MF3 is de nieuwe demo van de Nederlandse importeur, met zowel lak als interieur volledig in het bruin. Bruin wordt (is?) het nieuwe wit!
Mooiste auto op de werkvloer vond ik deze MF4S GT, voorzien van M3 V8, ///M-DCT bak en zwarte carbon details. Een erg uitgesproken kleur die het volgens mij super zou doen in de laagstaande zon op de achtbaan in de Eifel!
Toen we alles in de fabriek gezien hadden, lonkte de kroeg. Maar als je de hele dag tussen de Wiesmanns hebt gereden en gelopen, dan word je toch wel erg nieuwsgierig naar hoe zo'n apparaat rijdt. Dus terwijl "de rest" in de kroeg genoot van een drankje, heb ik met degenen die daar interesse in hadden rondjes door de Dülmense bossen geblazen. Bij een laagstaande zon met verwarming en stoelverwarming op volle toeren was het op & top genieten. Eén maal weer terug in Nederland, met mijn bijrijder voor de dag afgeleverd bij zijn leaser, kon ik het laatste stuk alleen genieten van de auto. Met het DSC uit. En de bak in aanvalsmodus, schakelsnelheid nummer 6. Met alle vloeistoffen maximaal warm en al meer dan 500 kilometer onder de riem was er geen enkele schroom meer. Volgas er vandoor, perfect getimed "gas liften" bij het schakelen, en telkens weer richting begrenzer. Het stoplicht voor de afslag naar de snelweg sprong precies op tijd op groen, en dus kon ik zwaar in de ho-ijzers, terug door de versnellingen met twee knuisten aan het stuur, op zoek naar de perfecte dot tussengas met mijn hak. Met nog flink wat snelheid stuurde ik rustig in, waarbij de kont precies voldoende hielp: hij duwde de neus richting binnenzijde bocht. Dat gevoel ken ik onderhand en dus ging het rechter pedaal iets vroeger naar beneden en bleef de kont een wijdere bocht maken dan de voorbanden. Overstuur! Met de beide handen nog strak aan het stuur geen probeem, met als resultante een supersnelle exit, net over de gripgrens, net in het overstuur. Fantastisch!
Tijdens deze laatste rit vormde zich langzaam de conclusie tussen mijn oren. Het blijft ongelooflijk dat zo'n kleine club met zulke kleine aantallen overeind blijft en kwaliteit levert. Want dat is wat mij nog het meest imponeert aan Wiesmann. De kwaliteit. Je kunt ze mooi of lelijk vinden, maar kwalitatief hebben de Wiesmann broeders hun zaken strak op orde. En de SMG bak? Tsjah, op mijn allerlaatste auto ooit, waarmee ik de allerlaatste druppel benzine op aarde ga verbranden, daar hoeft geen SMG bak in te zitten. Maar voor een periode, om mee te maken, om onder de knie te krijgen en om van te genieten is SMG een prachtige feature. Zeker in een auto zo licht als de Wiesmann, want wat Rob zegt is waar: de SMG bak past perfect bij het rauwe karakter van de meest sportieve Gecko, de MF3 Roadster.