
De auto voelt vertrouwt aan net als de huidige Stelvio. Je merkt wel de adaptieve ophanging direct op, waardoor de range tussen comfort en sportief enorm groot is geworden. Ook door de uitlaat die natuurlijk met klep dicht en klep open gereden kan worden. Op de snelweg bij constante snelweg rijdt het nog enigszins economisch met 1 op 10/11 op constante snelheid. Daarbij maakt het weinig verschil of je 100, 120 of 150 rijdt. Veel verschil zit er niet in het constante verbruik gek genoeg.
Bij vrij baan is het simpelweg bizar wat voor stappen het zet. Je hoofd zegt: zo snel kan een SUV niet zijn. En al helemaal niet zo dynamisch. Het geluid gaat tegelijk dwars door je heen. Wat klinkt deze motor toch bijzonder! Bij passeren van de Nederlandse grens was de tank bijna leeg. Dat schiet dus op, maar dat deed de rit sowieso. Lekker cruisen met 200 is zo eenvoudig en relaxt. Wauw!
Anderzijds: ik waardeer de 2.0T nu des te meer. Die is minstens zo soepel tot 4000 toeren. De Q maakt het onderscheid in geluid en vanaf 4000 toeren, maar voor vrijwel iedereen zou de 2.0T voldoende zijn. Echter, de stappen op de Autobahn is niet te vergelijken. De Q maakt volledig gehakt van de al zo snelle 2.0T. Voor het idee: bij het wegacceleren vanaf een Baustelle, met naast mij een M4 van de vorige generatie, kwam ik als winnaar uit de bus toen bij rond de 220km/pu maar eens van het gas ging. Ongekend.
Wat plaatjes van die fantastisch mooie auto (in mijn optiek). Che un colore!:





Oh en nu heb ik dus twee Stelvio's. Wie maakt me los?
