Opkopen van staatsobligaties door ECB deels ongrondwettelijk, oordeelt Duits Hof
Na een vijf jaar durende rechtszaak heeft het hoogste rechtsorgaan van Duitsland bepaald dat de Europese Centrale Bank onder Mario Draghi onrechtmatig handelde. Met dit oordeel wordt een nieuwe bom onder de monetaire unie gelegd.
Peter de Waard5 mei 2020, 12:09
Mario Draghi stapt van het podium na zijn laatste optreden als voorzitter van de ECB in oktober 2019.Beeld AP
De Europese Centrale Bank (ECB) zal niet meer onbeperkt obligaties kunnen opkopen. ‘Het speelveld zal worden beperkt en dat betekent dat Brussel via het Europese Herstelprogramma en de uitgifte van eurobonds een grotere rol zal moeten spelen’, zegt Harald Benink, hoogleraar bankwezen en monetaire financiering aan Tilburg University.
Dinsdag oordeelde het Duits Constitutioneel Hof – het Bundesverfassungsgericht – in hoogste instantie dat het opkoopprogramma van staatsobligaties door de ECB onder Mario Draghi deels ongrondwettelijk was. Dat heeft geen directe consequenties voor het lopende opkoopprogramma onder leiding van Christine Lagarde, maar dat komt op termijn wel in gevaar.
De ECB zal binnen drie maanden aan de Bondsregering en Bondsdag duidelijk moeten maken of het opkoopprogramma proportioneel is. Als het programma disproportioneel zou worden gevonden dan moet de Bundesbank als uitvoerder van het opkoopprogramma ermee stoppen en zelfs de opgekochte obligaties weer verkopen.’
Tijdbom onder eurozone
De uitspraak van het Grondwettelijk Hof legt niet meteen een bom onder de eurozone, maar plaatst wel een tijdbom. Als de ECB niet meer zonder limiet kan opkopen, zoals Lagarde nu doet, zal er het gevaar ontstaan dat de schulden van landen als Italië als onhoudbaar worden beoordeeld en zullen de rentetarieven exploderen. In totaal heeft de ECB onder Draghi tussen 2015 en 2018 al meer dan 2,5 biljoen euro aan obligaties opgekocht. Dit jaar loopt dat op tot 3,5 biljoen, eenderde van de staatsschuld van alle 19 eurozonelanden.
Dit programma wordt uitgevoerd door de nationale centrale banken, waarvan de Bundesbank alleen al een kwart voor zijn rekening neemt. Doel van het opkoopprogramma is te voorkomen dat de rentes in de zuidelijke lidstaten te veel oplopen. Daarnaast wil de ECB hiermee de inflatie aanjagen tot 2 procent. Benink: ‘Maar het Grondwettelijk Hof stelt dat niet alleen naar de inflatie mag worden gekeken, zoals Draghi altijd deed. Ook de andere gevolgen moeten worden uitgelegd. Dat heeft de ECB nooit gedaan.’
De uitspraak van het Grondwettelijk Hof kwam na een vijf jaar durende rechtszaak. De klacht tegen het opkoopprogramma was bij het Bundesverfassungsgericht ingediend door onder meer voormalig CSU-politicus Peter Gauweiler, AfD-oprichter Bernd Lucke, de econoom Markus Kerber en Patrick Adenauer, een neef van de eerste Duitse bondskanselier Konrad Adenauer. Zij vinden dat de ECB zonder democratische controle eigenmachtig het financiële beleid van Duitsland ondergraaft. En daarmee zouden ze de soevereiniteit van het land in gevaar brengen.
De rechters in Karlsruhe – tenminste 7 van de 8 – zijn het daarmee eens. De EU is geen federale staat en de soevereiniteit ligt uiteindelijk bij de nationale lidstaten. Het Bundesverfassungsgericht stelt ook vast dat het oordeel van het Europese Hof van Justitie die eerder het opkoopprogramma wel goedkeurde, niet bindend is voor Duitsland.
Volkskrant.nl