Ik heb gepoogd wat beelden van de afgelopen drie jaar bij elkaar te sprokkelen, maar dat is niet echt gelukt. Blijkbaar vergeet ik als fotograaf regelmatig mijn eigen auto te knippen tijdens evenementen, vandaar een wat tammer beelddraadje vanaf nu...
Met de nieuwe ruit in de auto was ik weer helemaal het mannetje en ik heb in 2008 vrij veel gebruik gemaakt van de 2.24v: clubtoertochten, weekendjes weg naar België, bezoekje aan Viva Italia en gewoon lekker gebruiken in het weekend als vrijetijdsauto. Zo besloot ik in januari 2008 dat ik wel naar Interclassics wilde met de 2.24v. Het weer was goed en de pekel een beetje van de weg, dus ik reed zaterdag met mijn autootje vlot richting Maastricht.
Koppelingspedaal
Verder dan Zevenbergschenhoek kwam ik echter niet, want ik merkte dat mijn koppelingspedaal rond de afslag naar de A59 niet echt meer helemaal meedeed. Indrukken had niet het gewenste effect van volledig ontkoppelen en ik besloot het terrein van de Texaco pomp op te rijden om te checken of er iets mis was met mijn koppelingscilinder. De vloeistoffen en de rem deden echter nog keurig wat er moest gebeuren dus ik besloot om te keren zodra het kon. Liever stranden zonder koppeling op de snelweg, dan in de parkeergarage van het MECC nietwaar?
Terug bij Rotterdam hield de koppeling er helemaal mee op en ik liet de auto uitrollen tot onder een viaduct en belde de ANWB, die verrassend snel ter plaatse was. Ik legde het probleem uit en de man gaf aan dat als de cilinder nog oké was, het probleem ergens anders gezocht moest worden, maar waar wist hij ook niet. Ik stelde voor dat we door zouden rijden (crashbakken met de versnellingen, lekker ouderwets, en bij stoplichten de motor uitschakelen, 1 inleggen en dan weer starten…) tot Kwintsheul en de auto bij Franco afleveren, dat waren de minste stoplichten en dus de minste potentiële probleemstops voor de bak en de startmotor. Mocht de boel er echt mee stoppen, dan kon de ANWB-man mij de laatste kilometers slepen. Zo gezegd zo gedaan en met in mijn kielzog een gele VW bus veroorzaakte ik wel wat ophef onderweg, maar we kwamen veilig bij Franco aan. Die besloot dat ik de auto kon laten staan en dat ie er maandag naar zou kijken. Maandagmiddag kreeg ik een belletje: de bout van de koppelingsvork is losgeschoten, morgen is ie klaar. Het blijkt dat tussen de koppelvork en de hulpcilinder een bout zit die los kan trillen na verloop van jaren. Maserati kwaaltje. De bout lag waarschijnlijk ergens bij Zevenbergschenhoek, maar de cilinder was onbeschadigd dus ik was met 2 uurtjes arbeidsloon en wat klein materiaal klaar. Poeh!! Dat is een stuk beter dan een complete koppeling aan gort of een verbogen koppelvork, wat ook nog wel eens voor komt. Auto opgehaald en de garage in gereden tot het echte voorjaar begon.
Taxatie
Door de ruitbreuk van het jaar ervoor had ik besloten de auto all-risk te verzekeren, en daarvoor was een taxatie nodig. All-risk verzekeren is sowieso aan te bevelen voor een wat zeldzamere youngtimer, want dat geeft extra zelfvertrouwen: met een vastgelegde taxatiewaarde is de kans dat je total loss gereden wordt door een of andere idioot namelijk wat kleiner. Dat zit zo: als de verzekeraar een taxatiewaarde heeft, is dat het bedrag dat de auto volgens de verzekering waard is, en niet wat een of andere ingehuurde schade-expert op basis van ANWB-occasiontabellen en de prijzen op Marktplaats bij elkaar denkt te verzinnen.
Niet dat de taxatie van een leien dakje ging, want de afspraak met de taxateur stond op een dag waarvan later bleek dat ik absoluut niet zelf ter plekke kon zijn in verband met opgedoken zakelijke verplichtingen. Oftewel: ik moest hopen dat de man zag wat ik wilde dat hij zou zien. Niet dus…
De taxateur bleek de auto gezien te hebben in de garage, er omheen te hebben gelopen en er naar te hebben gekeken nadat ie ‘m de garage had uitgeduwd. Gestart had ie ‘m echter niet, ook al had Ella de sleutels. Ook de facturen bleek ie nauwelijks een blik waardig te hebben gegund, net als de berg reserve-onderdelen in de garage.
Ik kreeg na een paar weken radiostilte een belletje dat mijn auto helaas niet zoveel waard was, “Want de prijzen zijn momenteel erg laag meneer, op marktplaats pik je er al een op voor een paar mille”. Dat klopte, maar die auto’s waren niet in dezelfde staat van onderhoud als de mijne. Dit zijn de bekende zwervers, die minimaal groot onderhoud nodig hadden om te kunnen blijven rijden. Ik deelde meneer mijn zienswijze mede, maar volgens hem had ik ongelijk. Toen ik vervolgens wat vervelender werd en hem vroeg of hij eigenlijk wel de (dikke!) stapel facturen van erkende specialisten vanaf dag 1 dat deze auto in Nederland op de weg stond doorgenomen had, werd het aan de andere kant van de lijn wat stiller. “Er zaten wat rekeningen bij, ja”. Maar een sluitende onderhoudshistorie had hij niet als zodanig waargenomen, zo bleek. Lees: ik heb ze niet goed doorgenomen. Toen ik vervolgens meldde dat ik het beroep van taxateur dan wel erg gemakkelijk vond als het er slechts om bleek te gaan de prijzen van Marktplaats te plukken in plaats van expertise op merkgebied ten toon te spreiden werd de babbel eigenlijk best wel onaangenaam. Ik meldde dat ik daarvoor geen taxateur nodig had, dan kon ik de verzekering zelf ook wel een lijstje met prijzen en taxaties sturen, geplukt van de bekende occasionsites. Ik legde hem uit dat je een klassieker laat taxeren om de terugkoopwaarde te weten, niet de Marktplaatswaarde. Oftewel: als ie total loss gaat, wil ik een bedrag uitgekeerd krijgen waarvoor ik een in gelijkwaardige conditie verkerende auto kan terugkopen, niet een bedrag waar ik dan nog het dubbele moet bijleggen voor dringend onderhoud en restauratie. Meneer besloot dat hij nog eens ging nadenken en mij zou terugbellen. Met een “Dat lijkt me verstandig” heb ik de hoorn opgelegd.
Een paar dagen later bleek de taxatie stevig naar boven bijgesteld, wat ik accepteerde, maar niet van harte. Ik had het rapport nodig voor de verzekering, maar besloot direct nooit meer met dit bureau zaken te doen.

In september namen we in Zuid-Limburg deel aan Cars for Kids met de Maserati (boven net nog te zien achter het zwarte gevaar uit Maranello) en in november van dat jaar kwam de 2.24v keurig door de APK, zij het dat de pitman-arm links even vervangen diende te worden omdat die speling vertoonde. Onderdeel van een tientje, maar drie uur werk om ‘m er in te zetten, onder andere vanwege de volstrekt onlogische manier waarop Maserati de geleidebussen heeft ingebouwd in het chassis, waardoor je er eigenlijk niet bij kunt zonder een stuk uit de wielkuip te snijden…
2009
In 2009 heb ik vrij probleemloos gereden, als je een lekkende remleiding op het achterwiel en een kapot startrelais (wisselen voor een voorraadexemplaar) even niet meetelt. Die remleiding was nog tricky, want die worden niet meer nieuw geleverd. Dat betekende een paar dagen zoeken naar de juiste leiding en vervolgens een exemplaar voor de andere kant van de auto bijbuigen en pas maken. In het proces van het wisselen bleek de bout van de leiding bovendien zo vastgerot te zitten (17 jaar oud!), dat ik een Leatherman tool brak bij het losdraaien. De firma Leatherman vond dit echter dusdanig beneden hun waardigheid dat ik keurig een nieuwe kreeg toen ik langs de winkel ging met het defecte exemplaar (“U heeft wát ermee uit elkaar geschroefd meneer?? Een auto? Ach, dat zou moeten kunnen…”). Een beetje kruipolie en wat warmte deden de bout echter inzien dat ie beter mee kon werken en daarna was ik met 20 minuten klaar en kon ik het systeem ontluchten, het achterwiel terugplaatsen en weer rijden. Op naar de volgende APK, waar de nieuwe remleiding direct opviel maar in orde werd bevonden, maar wel wat kritiek was op de staat van de achterbanden, die relatief ver versleten waren. Net boven de norm, maar liever niet te lang mee doorrijden. Ik heb dus vervolgens een setje extra achterwielen inclusief goede, maar 1 maat te kleine banden gekocht en die onder de auto gegooid. Daarmee kwam ik afgelopen jaar keurig door de APK, wat niet zo gek is, want in 2010 heb ik erg weinig gereden.

We hebben het 25-jarig jubileum van de Maserati Club gevierd met de 2.24v, een toertochtje in Utrecht gereden en we zijn naar Italia a Zandvoort geweest, maar dat was het dan wel zo’n beetje. Angst voor grote reparaties wellicht, want het werd weer tijd voor de distributieriem, kleppen stellen en een grote beurt, zijnde alles bij elkaar een bedrag dat ik begin 2010 nodig had voor een ander project: Chicane Magazine, volbloed autoblad.
Als je moet kiezen tussen zakelijk belang en hobbyauto komt het speeltje op de tweede plaats. De auto werd dus even stilgezet tot halverwege het jaar, waarna ik het specialistische onderhoud liet doen door Forza (ik kom zelf niet aan motor, koppeling of bak) en de rest zelf uitvoerde.
2011 was gelukkig weer een wat rooskleuriger Maserati jaar, daarover in deel 6