‘Duurzame stroom? Het elektriciteitsnet is vol’
Interview | Han Slootweg Voor wind- en zonne-energie is de animo nu zo groot, dat het elektriciteitsnet tekort dreigt te schieten. Geplande zonne- en windparken belanden op de wachtlijst, omdat ze hun stroom niet kwijtkunnen. „We zien het voor onze ogen ontsporen.”
Hester van SantenErik van der Walle
18 januari 2019 om 16:27
Han Slootweg kan het zich nog prima herinneren. Als tien jaar geleden werd nagedacht over uitbreiding van het elektriciteitsnet, had je het over een groei van een paar procent. Die tijden zijn voorbij, weet de directeur netstrategie van regionaal netbeheerder Enexis. In het noorden en oosten van Nederland, waar Enexis een groot deel van het elektriciteitsnet beheert, knelt het aan alle kanten. Op veel plaatsen zijn de groeimogelijkheden gering, of zelfs nul.
Gevolg is dat geplande zonne- en windparken jaren op de wachtlijst belanden omdat ze hun stroom niet kwijt kunnen. Nu Enexis zelfs nee moet verkopen aan een enthousiaste voetbalclub met bescheiden plannen voor zonnepanelen, roert de politiek zich opnieuw. Afgelopen week werden, voor de derde keer alweer, Kamervragen aan minister Wiebes gesteld. Hoe komt het dat het elektriciteitsnet de zonnestroom niet aan kan?
De oorsprong van de problemen ligt in politiek Den Haag, zegt Slootweg. In 2016 paste toenmalig minister Henk Kamp (Economische Zaken, VVD) de subsidieregeling voor duurzame energie aan, waardoor veel meer geld voor zonne-energie beschikbaar kwam. „Dat groeitempo kan het netwerk nu niet bijhouden.”
In de huidige economische hausse duurt het lang voor je bestelde apparatuur hebt, en is extra technisch personeel moeilijk te krijgen. „Wij kunnen elke opdracht nog binnen 2,5 jaar afronden. Maar de krapte op ons eigen net wordt nu zo groot dat ook Tennet, de beheerder van het hoogspanningsnet, zijn ‘snelwegen’ moet aanpassen. En dan heb je het over wachttijden van vijf à tien jaar.”
LOOPBAAN
Foto Enexis
Han Slootweg (1976) promoveerde in 2003 in de elektrotechniek aan de TU Delft. Daarna ging hij aan het werk bij Essent, het energiebedrijf waaruit in 2009 netbeheerder Enexis voortkwam. Enexis beheert het elektriciteit- en gasnet in Groningen, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant en Limburg. Slootweg leidt de afdeling netstrategie (asset management).
Sinds 2009 werkt hij daarnaast één dag in de week als hoogleraar aan de TU Eindhoven.
Dus een enthousiaste investeerder in duurzame energie moet soms wel tien jaar wachten?
„Dat kan, maar Tennet heeft ook niet bedacht dat het in Nederland zeven jaar duurt voordat je een paal in de grond mag heien. De overheid zet aan de ene kant in op verduurzaming, maar aan de andere kant neemt de procedurele kant veel tijd in beslag. Daar zit spanning tussen.”
Wat kunnen jullie daaraan als netbeheerder doen?
„Wij, en ook Tennet, zijn al een paar jaar bezig om meer ‘vooruit’ te investeren. Vroeger wachtten we tot een klant een netaansluiting aanvroeg, maar dan ben je altijd een jaar te laat. We gaan natuurlijk geen aanpassingen doen waar niemand op zit te wachten, maar we kunnen bijvoorbeeld al wel onderdelen bestellen. Of we ontwerpen alvast een extra transformatorstation – dat kost veel tijd, maar relatief weinig geld. Later verdienen we die investeringen dan wel weer terug als we klanten gaan aansluiten.”
De toezichthouder ACM gaat over de tarieven voor het netbeheer. Wat vindt die hiervan?
„Die zegt dat het ons eigen probleem is. Wij zijn zo’n grote netbeheerder, dat we best een paar kwartalen vooruit kunnen investeren. Met de huidige rentestand kan dat prima, we kunnen voldoende kapitaal aantrekken. Maar dan moeten die netaansluitingen waarop wij ons voorbereiden er wél komen. Nu we zulke investeringen op steeds grotere schaal doen, wordt het risico ook groter. De oplossing zou zijn dat wij investeringen vooraf verwerken in de nettarieven, en later zonodig terugbetalen via lagere tarieven. Daar zijn we nu over in gesprek met de ACM.”
Wat kunnen jullie nog meer doen om de vertragingen in de netaansluitingen op te lossen?
„We proberen zo snel mogelijk contact te krijgen met iedereen die een zonnepark wil bouwen. Veel meer kunnen we niet doen: netuitbreidingen blijven veel tijd kosten. Wijzelf kunnen soms bijna geen tracé vinden voor onze ondergrondse kabels, en het kost ook tijd om grond aan te kopen voor een nieuw hoogspanningsstation.
„Bij Tennet zijn de doorlooptijden nog veel langer dan bij ons, want de aanleg van bovengrondse hoogspanningslijnen kost veel meer tijd. Met een aantal ondernemers in zonneparken bespreken we daarom dat ze de komende jaren nergens op hoeven te rekenen.”
Lees ook: Volop zonnestroom, maar de kabel is te dun
Komen de doelstellingen voor duurzame energie voor 2020 of 2023 in gevaar?
„Dat hebben we nooit zo uitgerekend, want daarvoor zou je een overzicht moeten hebben van alle netbeheerders samen. Als Enexis weten we niet of partijen die bij ons niet terecht kunnen, toch elders in Nederland gaan bouwen. Maar een ding is duidelijk: dit helpt niet.”
Wat moet de overheid doen?
„De wetgeving is dat de netbeheerder altijd moet leveren wat de klant wil. Als een partij subsidie aanvraagt voor duurzame energie, doet het niet ter zake of er wel of geen netcapaciteit beschikbaar is. Maar in de realiteit lopen we echt aan tegen de grenzen van de mogelijkheden. We zien het voor onze ogen ontsporen.
„En iets anders: het elektriciteitsnet wordt nu zo aangelegd dat het altijd berekend is op de hoogste pieken in vraag en aanbod. Vooral zonneparken draaien maar een klein aantal dagen per jaar op maximaal vermogen. Het net daarvoor aanpassen is relatief duur. Is dat nog realistisch? Het alternatief is windturbines en zonnepanelen tijdens die hoogste pieken af te schakelen. In Duitsland gebeurt dat ook al jaren. Je krijgt dan ongetwijfeld de discussie dat eigenaren van zonne- en windparken financiële compensatie willen, maar een paar dagen afknijpen is altijd nog goedkoper dan een verregaande verzwaring van het net.”
Zijn het vooral de kleine ondernemers, zoals een goedwillende voetbalclub, die nu achter het net vissen?
„Over het algemeen lopen grotere, professionele partijen natuurlijk voor op zo’n voetbalclub. Dan krijgen wij de vraag: kan die kleine voetbalclub er niet bij? Maar zo werkt het niet: vol is vol, en dan gaat de slagboom dicht. Je kunt wel zeggen dat kleine, lokale projecten voorrang krijgen. Maar dat moet politiek Den Haag beslissen, niet wij. Een netbeheerder mag nu bij aanvragen voor aansluitingen geen onderscheid maken.”
Zijn er al partijen die netcapaciteit hamsteren?
„Eén klant heeft dat geprobeerd. Die deed vier aanvragen tegelijk voor dezelfde locatie, om een zo groot mogelijke aansluiting te kunnen krijgen. Inmiddels blijkt dat zijn project niet doorgaat. Nu probeert die klant zijn aansluiting door te verkopen aan een concurrent die op netcapaciteit wacht. Maar dat mag formeel niet, dus moet de aansluiting ‘verhuizen’. We kijken geïnteresseerd toe hoe hun juristen proberen om dit in goede, of eigenlijk verkeerde, banen te leiden.”