Europa moet leren ‘machtsdenken’
Essay De devaluatie van de EU-ambassadeur in Washington is het zoveelste teken aan de wand: Amerika trekt zijn handen van Europa af. En nu moet Europa op eigen benen leren staan.
Caroline de Gruyter
8 januari 2019
Europese leiders verdeelden Europa opnieuw na de Napoleontische Oorlogen tijdens het Congres van Wenen in 1815.
In 2016 stuurde de Europese Unie bijna tweehonderd militairen naar de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR), een van de armste landen ter wereld. Na een coup en een burgeroorlog willen de Europeanen met een bescheiden trainingsmissie voor Centraal-Afrikaanse soldaten helpen het land weer stabiel te maken. Ze mogen de soldaten niet kleden of bewapenen. Dus ‘schieten’ die met bezemstelen en tijgeren ze op flipflops. In de CAR vinden ze dat niet zo leuk.
Op een dag klaagde een lokale politicus hierover tegen een Russische adviseur in het land. De Rus bood aan kalasjnikovs te sturen voor de soldaten. Een paar weken later verscheen een aantal soldaten niet op de Europese training. Wat bleek: de Russen hadden hen naar Soedan gevlogen, om drie weken op een Russische basis te trainen met hun nieuwe schiettuig. Drie weken werden drie maanden. Toen kwamen de soldaten terug. Met in hun kielzog dertig Russische militairen, voor de ‘follow-up’.
Lees ook: VS verlagen diplomatieke status EU en zeggen niets
Europa in de wereld – als je goed zoekt, vind je honderden van dit soort klunzige anekdotes. Lang waren die vooral gênant. Maar het deed er niet echt toe. Het pacifistische, naïeve Europa werd immers ‘gedekt’ door het machtigste land ter wereld: de Verenigde Staten. Die deden sinds de Tweede Wereldoorlog de Europese geopolitiek. Veilig onder de Amerikaanse paraplu likten de Europeanen hun oorlogswonden, bouwden ze verzorgingsstaten en probeerden ze betere mensen te worden. Maar net nu dat allemaal aardig is gelukt, en Europa het rijkste continent op aarde is, haakt Washington af.
De toekomst van Europa wordt niet in de Centraal-Afrikaanse Republiek geschreven. Maar als Europa zich daar zo makkelijk laat passeren door een paar Russen, voorspelt dat weinig goeds voor een continent dat zijn militaire bonen zelf moet gaan doppen in een multipolaire wereld gedomineerd door rauwe machtspolitiek. „Europa staat voor een strategische keus die onontkoombaar hard is”, zei de Amerikaanse risicoanalist John Hulsman onlangs op een congres van marineofficieren in Rotterdam, „óf ze schuift met andere grootmachten als Amerika, China en zelfs Rusland aan tafel, als de kleinste welteverstaan, óf haar voortgaande economische, demografische en politieke verval maakt haar tot speelveld voor anderen.”
Tijdens de Koude Oorlog was de wereld bipolair. Amerika en de Sovjet-Unie, twee grootmachten, verdeelden de wereld in invloedssferen. Na 1989, toen de Sovjet-Unie instortte, werd de wereld unipolair: Amerika was de enig overgebleven grootmacht. Een grootmacht met de ambitie om de wereld naar zijn hand te zetten. Je kon erop wachten tot de Amerikanen daar een keer genoeg van kregen.
Veel Amerikanen begrijpen Trump
Europa lamenteert nu over het „eind van de liberale orde”, maar veel Amerikanen begrijpen president Trump wel als hij zegt dat sommige bondgenoten freeriders zijn geworden. Trump wil dat Amerika een ‘gewoon land’ wordt, dat zijn belangen verdedigt zonder almaar aan bondgenoten als Europa of Japan te denken. Hij wil zich concentreren op China. Terwijl Amerika focust op nationale prioriteiten, en multilaterale organisaties waarin het jaren dominant was laat verschrompelen, komen andere machten op. Hoe kan Europa zich in zo’n multipolaire wereld handhaven zonder Amerikaanse militaire, politieke en economische bescherming? Kan Europa een internationale actor blijven, of wordt het een schaakbord waarop assertieve grootmachten als Amerika, China en Rusland hun machtsspelletjes uitvechten?
Voor Europa zijn dit fundamentele vragen. Het Europese project is niet gebaseerd op politieke macht, maar op de antithese daarvan: wetten en regels. Als er een conflict dreigt tussen Europese landen, stelt men in Brussel een compromis voor in de vorm van een nieuwe regel die voor iedereen geldt. Willen ze andere landen laten opdraaien voor de kosten van een bank die instort? Regels. Proberen ze vluchtelingen buurlanden in te schuiven? Regels. Beschermen ze eigen bedrijven tegen buitenlandse concurrenten? Regels. Het kost jaren om die regels op te stellen. Maar ze halen de angel uit vrijwel elk politiek conflict. Machtsvertoon wordt in Europa doorgaans in regels gesmoord.
Velen haten dit systeem. Het heeft geen helden, geen winnaars, geen glamour. Tegelijkertijd: hiermee is Europa het rijkste continent op aarde geworden. Mede hierdoor is er sinds 1945 geen oorlog geweest.
De vraag is of dit regelsysteem kan overleven als andere landen mondiale klimaatakkoorden verscheuren, weglopen bij VN-organisaties en uitspraken van internationale rechtbanken aan hun laars lappen. Als er één werelddeel was dat floreerde in dit internationale systeem – gebaseerd op het poolen van macht en niet het etaleren van macht – was het Europa.
Deze wereld verdampt snel. Deze week werd bekend dat de EU-delegatie (ambassade) in Washington, die Europese belangen zoals handel en milieu vertegenwoordigt, een downgrade heeft gekregen. Dat is een diplomatiek affront van de bovenste plank. Het zoveelste. Ook Trumps dreigementen met importtarieven voor Duitse auto’s en zijn steun voor Brexit onderstrepen dat de speciale behandeling die Europa altijd van Amerika kreeg, voorbij is.
Ook andere partijen stoken vuurtjes in Europa op. Rusland traint milities in Servië, ondermijnt verkiezingscampagnes met valse geruchten en steunt eurosceptici. Met een economie zo groot als Texas kan Rusland de wereld economisch en militair niet domineren, schreef Michael Kofman op de site War on the Rocks, maar in de nieuwe great powers competition heeft het een strategisch doel: als guerrilla opereren in het internationale systeem, zodat Amerika zich niet kan richten op zijn echte concurrent, China. Uiteindelijk zal dit de Amerikanen volgens Kofman dwingen een deal met Moskou te sluiten, waarbij Rusland een prominente plek krijgt in de nieuwe wereldorde. Europa is een van de speelvelden waarop zich deze guerrilla afspeelt. Hoe reageert Europa als Trump, bijvoorbeeld, Rusland toezegt dat het de Krim mag houden, en als hij alle sancties opschort?
Ook China hyperactief
Ook China is hyperactief in Europa. Het bouwt economische belangen op in diverse landen. Het koopt strategische infrastructuur als havens en spoorwegen. De helft van de Europese nucleaire afvalindustrie is in handen van Chinese (staats)bedrijven. Griekenland en Hongarije staan zó bij Beijing in het krijt, dat zij China bij VN-stemmingen uit de wind hebben gehouden.
Deze machinaties plaatsen de Europese eenheid onder immense druk. Dit zet EU-landen tegen elkaar op, en tegen de Europese Commissie. De Commissie spreekt namens allen op het gebied van handel. Zo, door met één stem te spreken op het wereldtoneel, is Europa een formidabel handelsblok geworden. Trump negeert die structuur compleet. Hij weigert te onderhandelen met eurocommissarissen – hij wil deals met individuele landen. Gróte landen, liefst. Kleintjes interesseren hem niet. China gebruikte dezelfde verdeel-en-heerstactiek toen het in 2013 Europese boetes opgelegd kreeg wegens dumping van zonnepanelen in de EU.
Als de Europeanen zo worden gemanipuleerd door externe machten, kan de EU verwateren. „Niets verdeelt de EU zo als de EU”, constateerde Jeremy Shapiro van de European Council on Foreign Relations laatst. Geleidelijk aan doemen de contouren van het oude 19de-eeuwse Europa weer op, waarbij enkele grote landen – Duitsland, het Habsburgse Rijk, Frankrijk, Engeland en Rusland – het op het continent voor het zeggen hadden. Op het Congres van Wenen (1814-1815), na de Napoleontische oorlogen, verdeelden zij Europa in invloedssferen en trokken ze nieuwe grenzen. Ze spraken af niet in elkaars achtertuin te stoken. De kleintjes hadden zich maar te voegen. Die afspraak, het ‘Europese Concert’, heeft het honderd jaar lang min of meer gehouden. Zoals de Franse gezant, prins Talleyrand, over de grootmachten zei: „Ze zijn te bang om tegen elkaar te vechten, en te dom om het ergens over eens te worden.”
Europese landen kunnen dit 19de-eeuwse scenario vermijden door zich ditmaal niet uit elkaar te laten spelen. Vooral voor kleinere landen als Nederland is dat vitaal. Maar het kan alleen als zij op een andere manier naar de wereld kijken. Sinds begin jaren vijftig hebben Europeanen niet meer in termen van macht gedacht. Het Europese devies stond haaks op machtsdenken: make trade, not war. Nu ze klem raken in een moordende machtsstrijd tussen Amerika en China enerzijds, en een strategische, ongelijke machtsstrijd tussen Amerika en Rusland anderzijds, raken ze dit voorrecht kwijt. „Europa werd geboren tégen het idee van macht”, schreef de Franse hoogleraar internationale betrekkingen Zaki Laïdi in Le Monde. „Nu moet Europa, om te voorkomen dat het uiteenvalt, weer faire puissance: het machtsspel spelen.”
Maar hoe? Europa is geen staat, en zal er ook geen worden. Militair staat het in de kinderschoenen. Amerika geeft jaarlijks ruim tweemaal zoveel aan defensie uit als alle Europese landen samen, al stegen Europese defensiebudgetten afgelopen jaar met bijna 5 procent. Dit gaat echter grotendeels in nationale systemen die incompatibel zijn. Frankrijk pusht hard voor Europese defensie, en is met enige anderen een Europese interventiemacht begonnen.
Maar de kans dat Duitsland enthousiast meedoet, is om historische redenen klein. Duitsland vreest ook dat Rusland dit als bedreiging opvat – tegen wie anders heeft Europa een interventiemacht nodig?
Omdat klassieke eigenschappen van de supermacht in Europa ontbreken, moet het volgens Laïdi niet proberen zich op alle fronten als supermacht te gedragen – dat gaat fout. Wat Europa wél kan, schrijft hij, is proberen ‘fragmenten van macht’ die het nu heeft, te versterken en strategisch in te zetten.
Normatieve supermacht
Een van die fragmenten is dat de Europese Unie een normatieve supermacht is.
De interne markt draait op spelregels. Elk bedrijf dat dingen maakt of verkoopt in de EU, zelfs aan het andere eind van de wereld, moet aan die regels voldoen. Bedrijven vinden het irritant om met meerdere regelsystemen te werken. Dus lobbyen ze in eigen land om het dominante Europese regelsysteem over te nemen.
Europese burgers beseffen het amper, maar Europese wetten worden tot in Azië en Latijns-Amerika overgenomen. In die wetten liggen Europese normen en ideeën besloten – over mensenrechten, privacy, het milieu. Neem het Europese verbod om cosmetica op dieren te testen. Of de Europese wet op databescherming. Facebook houdt deze wet zelfs in Amerika als norm aan.
Als de EU een normatieve macht wil blijven, moet ze ervoor vechten. Dat vergt alertheid en zelfvertrouwen, plus de collectieve wil om van zich af te bijten als dat nodig is. Tegenover Rusland is dit het enige pressiemiddel dat Europa heeft.
Hetzelfde gaat op voor China, dat Europese know-how steelt en sectoren voor Europese bedrijven gesloten houdt die in Europa wél openstaan voor Chinese bedrijven.
Als de EU op handelsgebied consequent blijft tegenover China kan ze respect verdienen van Amerika, dat op dit vlak bondgenoten zoekt. Het zijn de Europeanen die bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) klachten hebben ingediend tegen China. Het zijn Europeanen die hervormingen proberen te forceren bij de WTO. In plaats van te jeremiëren over Trump moet Europa kijken naar wat er rest aan transatlantisch belang.
In plaats van enkel met Democraten te praten in Washington, moet het andere terreinen zoeken waarop het Trumps Amerika de hand kan reiken. Allerlei Europese landen verhogen hun defensiebudgetten. Sommigen helpen met marinepatrouilles in Azië. Als Europa dat doet, kan ze op andere terreinen de poot stijf houden zonder meteen alle respect te verliezen.
Geen enkel Europees land is politiek, economisch of militair machtig genoeg om bij de grootmachten aan te schuiven. Zelfs Duitsland niet. Alleen door hun belangen te wegen in de nieuwe wereldorde, en op bepaalde momenten collectief als machtsblok op te treden, kunnen Europese landen zorgen dat ze gehoord worden. Zo, samen, kunnen zij mondiaal een machtsfactor blijven.
Als ze blijven stuntelen met slippers en bezemstelen, en machtsvertoon blijven veroordelen, komen ze nergens. Zeker, macht kan goed zijn en slecht. Maar als je géén macht hebt, kom je geheid in de problemen.
Bron; NRC.nl