
Vorig jaar kreeg ik een parkeerboete.
De situatie was dat ik op een parkeerplaats parkeerde naast een groot fluoriserend geel bord met daarop een blauw bord "P" muv 5 oktober. Het was die dag donderdag 4 oktober. Er stonden in die parkeerrij meerdere van deze fluoriserende gele borden met hetzelfde onderbord.
Vrolijk mijn auto daar geparkeerd, het was immers geen 5 oktober. Nog speciaal de datum gecheckt op mijn telefoon. Kom ik om 18:15 terug bij de auto, zie ik vol verbazing dat er een bon op zit

Wat ik niet wist is dat er verderop 1 klein permanent bordje staat met "parkeren verboden op donderdagavond en vrijdagochtend".
Had ik dit bordje kunnen zien? Ik vind van niet, het stond op een hoek van 45 graden op het aanrijdende kruispunt om twee rijrichtingen tegelijk te kunnen informeren. Blijkbaar is het voor de lokale bewoners duidelijk, niet voor mij. Bovendien als ik naast een blauw bord parkeer dat ik daar wel mag parkeren dan vertrouw ik daarop. K vond het tegenstrijdig. Bovendien, als zo'n klein bordje duidelijk is, waarom dan meerdere borden in een fluoriseerend vlak plaatsen??
Toen de boete binnenkwam, bezwaar aangetekend a 2 kantjes over de onduidelijk situatie en foto`s bijgevoegd het bord en van mijn auto pal naast het gele bord en daar nu eindelijk uitslag van: afgewezen "....afweging gemaakt tussen de argumenten die u hebt vermeld en wat de verbalisant heeft verklaard. De officier kent doorslaggevende betekenis toe aan de verklaring van de verbalisant." bla bla zie bewijsvoering: de feitgegevens van de bon.
Uiteraard nergens inhoudelijk ingegaan om de foto`s of mijn bezwaarschrift.
Ik vind de boete onredelijk en was bij het parkeren vol overtuigd dat ik juist handelde. Nu zint mij de makkelijke afwijzing totaal niet en wil ik eigenlijk in beroep ondanks dat de tijd van de rechtszaak het boetebedrag niet waard is. Een principekwestie.
Nu kan ik mijn brief met alle stukken opnieuw sturen naar Parket CVOM afdeling kanton maar is dat wijs. Maak ik kans? Tips?